Fabrikanten zullen binnenkort verplicht zijn om producten te repareren, zelfs nadat de wettelijke garantieperiode is verstreken.
Op 21 november 2023 heeft het Europees Parlement zijn standpunt over de voorgestelde richtlijn betreffende aangenomen en op 22 november heeft ook de Raad van de EU zijn mandaat vastgelegd.
Het mandaat specifieert de reparatieverplichtingen voor fabrikanten. Het beperkt de verplichting om informatie over reparatiediensten te versterken tot degenen die wettelijk verplicht zijn defecte producten te repareren, het ondersteunt de oprichting van een Europees online reparatieplatform en het voorziet een verlenging van de aansprakelijkheidsperiode van de verkoper in geval van reparatie.
Consumenten moeten het recht hebben om reparatie te eisen voor apparaten zoals wasmachines, stofzuigers en smartphones en voor fietsen, zelfs nadat de garantieperiode is verstreken. Daarnaast zullen fabrikanten huurapparatuur leveren voor de duur van de reparatie en zullen onafhankelijke reparatiewerkplaatsen worden bevorderd.
Het EU-Parlement gaat noch verder in zijn besluit. Europarlementariërs stellen ook voor om via nationale reparatiefondsen vouchers en andere financiële prikkels te gebruiken om reparaties betaalbaarder en aantrekkelijker te maken.
Via online platforms moeten consumenten reparatiewerkplaatsen (inclusief zogenaamde reparatiecafés) en verkopers van gereviseerde goederen in hun omgeving kunnen vinden.
Het voorstel over het recht op reparatie vormt een aanvulling op de EU-initiatieven inzake ecologisch ontwerp (2009 125 EG) en is ter bevordering van de consumenten voor de ecologische verandering.
De federale regering zet zich ook in voor het recht op reparatie.
De onderhandelingen tussen het EU-Parlement en de Raad zijn aan de gang.